Dossiertentoonstelling in het Museumcafé
13 juni 2014 tot 14 oktober 2014
Fairplay? Sport en de Eerste Wereldoorlog
Rond 1900 begon een frisse sportcultuur stilaan door te dringen in een steeds moderner wordende samenleving. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog zorgde echter voor een brute onderbreking van dit proces. Competities werden stilgelegd en duizenden sporters – amateurs en kampioenen – trokken naar het front. Velen keerden niet meer terug.
Sport is oorlog, maar sport verbindt ook, en in oorlogstijd zorgde sport voor afleiding, wat goed was voor de moraal. En dus werd sport maar wat graag gerecupereerd door de militaire logica. Aan beide kanten van de frontlijn werden sportwedstrijden georganiseerd, soms spontaan, vaker nog op initiatief van de legerleiding. De troepen fit houden, dat was de boodschap.
Na de oorlog werden talrijke sportwedstrijden georganiseerd in het kader van de herdenkingen. Ze hielpen het nationaliteitsgevoel smeden. Maar er was ook een democratisch effect: door de gemeenschappelijke sportbeoefening in oorlogstijd brokkelden de barrières tussen hogere en lagere klassen stilaan af. Sport zette zijn opmars naar een populaire rijetijdsbesteding ongenaakbaar voort. Sport voor iedereen.
Het IFFM raakt met de tentoonstelling Fairplay? het onderwerp sport en de Eerste Wereldoorlog aan vertrekkend vanuit persoonlijke verhalen en enkele opmerkelijke objecten in haar collectie.
Meer duiding en informatie vindt u in dit nieuwe In Flanders Fields Dossier te verkrijgen in de Museumshop.